Hier vind je aflevering 1: Het begin
Hier vind je aflevering 2: Het testament van pastoor Van Opstal
Hier vind je aflevering 3: De gemeenteschool in de gebouwen van de stichting Van Opstal
Hier vind je aflevering 4: Apart onderwijs voor de jongens en de meisjes
Hier vind je aflevering 5: Een kijkje in het schoolreglement en het lessenpakket
Aflevering 6:
In de maalstroom van de ‘ongelukswet’
Vanaf het schooljaar 1859-1860 gingen de twee gemeentelijke scholen hun eigen weg. Deze van de jongens in de Kasteelstraat en deze van de meisjes in ‘t Blauwhuis (Brugsestraat 72-74-76). Er volgden voor beide scholen twintig goede en rustige jaren in ruime gebouwen.
Maar in 1879 kwam er storm. Met enkele dagen verschil gaven de twee schoolhoofden in deze gemeentescholen hun ontslag: Hortence Vandekerckhove op 24 en Jean-Victor Viaene op 27 september.
Wat was er aan de hand?
In 1878 konden de liberalen aan acht jaar katholiek bewind een einde maken. Openbaar onderwijs werd een afzonderlijk ministerie geleid door Pierre Van Humbeeck, de meest radicale onder de ministers. Zijn wetsontwerp werd - zeer tegen de zin van de gematigde liberalen - de wet van 1 juli 1879, door de katholieken de ‘ongelukswet’ genoemd. Deze wet gaf een grotere rol aan de staat en voerde heel wat pedagogische verbeteringen in. Maar de opgedrongen neutraliteit zat de katholieken dwars. Zedenleer werd een verplicht vak en godsdienst viel buiten het lessenpakket en mocht alleen vóór of na de lessen gegeven worden als er genoeg ouders om vroegen. Dat gold ook voor de vrije aangenomen scholen.
Daarbij zette de inbeslagname van gebouwen afkomstig uit ‘schenkingen’ kwaad bloed bij de katholieken. Vele vrije scholen raakten zo hun lokalen kwijt. Er kwam enorm veel protest.
In Hulste werd de ‘stichting Van Opstal’ waar toen de spellewerkschool ondergebracht was in beslag genomen. Met één pennetrek was dit gebouw plots geen eigendom meer van de kerkfabriek. Samen met uit alle schenkingen afkomstige eigendommen werd het door de wet op de schenkingen (wet van 19 december 1864) in beslag genomen en tot gemeenschappelijk bezit uitgeroepen. Het was voor de liberale regering de gemakkelijkste en vooral de goedkoopste manier om aan geld of gebouwen te geraken voor hun scholen, maar niet meteen de beste manier om zich bij de katholieke bevolking geliefd te maken. De uitvoering van de wet en de koninklijke besluiten liep dan ook niet van een leien dakje zodat er op enkele plaatsen een speciale commissaris aan te pas kwam. De doctrinaire liberalen hadden over het hoofd gezien dat de kamers waarin ze de meerderheid hadden, amper 2 % van de gezamenlijke bevolking van het land vertegenwoordigden. Tot 1893 gold immers het ‘cijnskiesrecht’ waarbij enkel de mannelijke bevolking die een bepaalde hoeveelheid ‘cijns’ (belasting) betaalden stemrecht hadden. In 1830 hadden slechts 46.000 Belgen stemrecht!
Zoals we reeds zegden gaven de twee schoolhoofden van het gemeentelijk onderwijs in Hulste, enkele dagen vóór de aanvang van het schooljaar 1879-80, hun ontslag.
Meester Viaene noemde de nieuwe wet in strijd met zijn godsdienstige overtuiging. Hortence Vandekerckhove zei hetzelfde met nog meer woorden: “Mijn geweten laat mij niet toe die plaats te bekleden aangezien de nieuwe wet op het onderwijs door ware katholieken niet kan noch mag gevolgd worden”.
Beiden namen de beslissing met alle financiële gevolgen vandien: verlies van wedde na zoveel jaren dienst. Beiden stapten onmiddellijk over naar de inderhaast opgerichte niet gesubsidieerde vrije scholen. Alle meisjes en bijna alle jongens volgden hun schoolhoofd. Niet alleen in Hulste maar over heel België was er een massale overloop naar het vrij onderwijs: bijna 200.000 kinderen en 1.340 onderwijzers verlieten de gemeentescholen.
Hier vind je aflevering 1: Het begin
Hier vind je aflevering 2: Het testament van pastoor Van Opstal
Hier vind je aflevering 3: De gemeenteschool in de gebouwen van de stichting Van Opstal
Hier vind je aflevering 4: Apart onderwijs voor de jongens en de meisjes
Hier vind je aflevering 5: Een kijkje in het schoolreglement en het lessenpakket
[LD - SH]
De weg terug van onze twee basisscholen: een vergeten verhaal
Het ligt niet in onze bedoeling de lezer van deze site terug op de schoolbank te zetten, met vooraan het groene of het zwarte schoolbord. We willen veeleer op verrassingsreis. Want hoe en wanneer onze beide lagere scholen er kwamen is voor de meesten - anno 2024 - een compleet onbekend verhaal, historie van meer dan 200 jaar.
Reeds vóór de Franse Revolutie (1789) was er in Hulste een schoolmeester, maar hoegenaamd nog geen schoolplicht. Gaandeweg begon men meer en meer het belang van het onderwijs in te zien.
Voor de grote ‘doorbraak’ was het wachten op de 20ste eeuw, meer precies op de wet van 1914, die de leerplicht van alle kinderen tussen 6 en 14 jaar invoerde. Maar door de oorlog kwam de wet pas in 1919 in voege.